-
1 speak out
zich uitspreken over; zich uitdrukken, openhartig spreken -
2 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 take a stand on
-
4 commit
v. uitvoeren; overgeven, overhandigen; opnemen in een gesticht; gevangen zetten4 plegen ⇒ begaan, bedrijven♦voorbeelden:commit to memory • uit het hoofd lerencommit to writing/paper • op schrift stellencommit to prison • in hechtenis nemencommit oneself on an issue • zijn mening over een zaak gevencommit oneself to a cause • zich inzetten voor een (goed) doel -
5 sprechen
sprechenI 〈overgankelijk & onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:die Tatsachen sprechen lassen • de feiten voor zichzelf laten sprekenauf jemanden schlecht zu sprechen sein • slecht over iemand te spreken zijnschlecht über jemanden, von jemandem sprechen • kwaad van iemand vertellenlaut, leise sprechen • hard, zachtjes praten〈 telefoon〉 sprechen Sie noch? • bent u nog aan de lijn?etwas auf Band sprechen • iets op de band insprekenalles spricht dagegen • (a) er is heel veel op tegen; (b) alle tekenen wijzen in de tegenovergestelde richtingdas spricht für sich selbst • dat spreekt voor zich(zelf), vanzelf, is vanzelfsprekendetwas spricht für, gegen jemanden • iets pleit, getuigt voor, tegen iemandfür, gegen einen Vorschlag sprechen • zich voor, tegen een voorstel uitsprekenmit sich selbst sprechen • in zichzelf pratenvon jemandem sprechen • over iemand spreken, pratenzu einem Thema sprechen • over een onderwerp sprekenjemanden zum Sprechen bringen • iemand tot spreken brengen, aan de praat krijgensprich: • met andere woordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 declameren, reciteren ⇒ voordragen♦voorbeelden:Recht sprechen • rechtsprekendas Urteil sprechen (über jemanden) • het vonnis uitspreken, wijzen (over iemand) -
6 äußern
äußern♦voorbeelden:1 zich uiten, zich uitlaten ⇒ zijn mening geven♦voorbeelden:sich zu einer Sache äußern • zijn mening over iets gevensich dahin gehend äußern, dass … • zich in die zin uitlaten, dat … -
7 roll
n. rol; broodje; lijst; roffel; slingeren; donderslag--------v. slingeren; donderenroll1[ rool]4 broodje♦voorbeelden:call the roll • appel houden, de namen afroepen→ Swiss Swiss/1 rollende beweging ⇒ geslinger 〈 van schip〉; deining 〈 van water〉; 〈 figuurlijk〉 golving 〈 van landschap〉♦voorbeelden:————————roll22 zich rollend/schommelend bewegen ⇒ buitelen; slingeren 〈 van schip〉; 〈 figuurlijk〉 rondtrekken, zwerven♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 the years rolled by • de jaren gingen/gleden voorbijthe waves rolled in to the beach • de golven rolden op het strand aan〈informeel; figuurlijk〉 roll on the day this work is finished! • leve de dag waarop dit werk af is!tears were rolling down her face • tranen rolden/liepen over haar wangenthose tights roll on easily • die panty is gemakkelijk aan te trekken5 let's roll! • aan de slag!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rollen ⇒ laten/doen rollen2 een rollende/schommelende beweging doen maken ⇒ rollen 〈 met ogen〉; doen slingeren 〈 schip〉; gooien 〈 dobbelstenen〉; laten lopen 〈 camera〉5 rollen ⇒ walsen, pletten♦voorbeelden:2 roll the camera! • laat de camera lopen!roll a baby in a blanket • een baby in een deken wikkelen¶ roll off some extra copies • een paar extra kopieën afdrukken/maken -
8 speak
v. spreken; zeggen; uitdrukken; een speech geven; opmerken1 spreken ⇒ een toespraak/voordracht houden3 ken ⇒ toon geven, aanspreken♦voorbeelden:legally speaking • volgens de wetpersonally speaking • voor mijn partproperly speaking • in eigenlijke zinso to speak • (om) zo te zeggen, bij wijze van sprekenstrictly speaking • strikt genomenspeak out against something • zich tegen iets uitsprekenspeak out/up • duidelijk sprekenspeak up for someone/something • het voor iemand/iets opnemenspeak for someone • spreken voor/uit naam van iemandnothing to speak of • niets noemenswaard(ig)sspeak ill/well of someone/something • kwaad/gunstig spreken over iemand/ietsspeak to someone (about something) • iemand (om iets) aanspreken; iemand (over iets) aanspreken/aanpakken〈 telefoon〉 speaking! • spreekt u mee!could you speak up please • wat harder a.u.b.speak for something • iets bestellen/reserveren; van iets getuigen; een toespraak houden/pleiten voor 〈 ook figuurlijk〉speak to a subject • iets zeggen over een onderwerpI can speak to his having been here • ik kan bevestigen dat hij hier geweest isII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)spreken ⇒ zeggen, uitdrukken♦voorbeelden:speak one's mind • zijn mening zeggenit speaks volumes for his moderation • het spreekt boekdelen over zijn gematigdheidspeak the word! • zeg het maar! -
9 find
n. vondst; uitvinding--------v. vinden; uitvinden; beslissen; vonnis vellenfind1[ fajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————find21 oordelen ⇒ verklaren, uitspreken♦voorbeelden:find against someone • iemands vordering afwijzenfind for someone • iemands vordering toewijzenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vinden ⇒ ontdekken, terugvinden♦voorbeelden:1 pumas are found in America • poema's komen voor/vindt men in Amerikahe was found dead • hij werd dood aangetroffenfind someone out • iemand niet thuis aantreffen2 where does he find the courage? • waar haalt hij de moed vandaan?find someone attractive • iemand aantrekkelijk vindenhe found himself lost • hij ontdekte dat hij verdwaald was¶ 〈 wederkerend werkwoord〉 find oneself • zich bewust worden van zijn/haar roeping/kracht, zichzelf vindenshe could not find it in herself to leave him • ze kon het niet over haar hart verkrijgen hem te verlaten→ find out find out/
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский